
Mag ik één pondje jong belegen?
“Kaas” gaat over kaas. Zo simpel is het eigenlijk. Frans Laarmans is een eenvoudige getrouwde man met twee kinderen, en van beroep kantoorklerk. Op de begrafenis van zijn moeder komt hij Van Schoonbecke tegen, die hem een baan aanbiedt als de vertegenwoordiger van een kaas import firma. Frans laat zijn broer een valse doktersverklaring tekenen zodat zijn werk denkt dat hij ziek is, en begint aan de baan. Frans bedenkt een chique naam voor zijn bedrijf, zorgt voor briefpapier, een bureau en agenten in verschillende steden. Maar de zaken gaan niet goed, en aan het einde van het verhaal heeft Frans bijna geen kaas verkocht. Twintigduizend kilo kaas ligt onaangeraakt in een opslagruimte, en Frans besluit terug te gaan naar zijn normale kantoorbaan.