zaterdag 2 februari 2013

Godverdomse dagen op een godverdomse bol - Dimitri Verhulst

Iemand eigenlijk onlangs nog een mammoet gezien?

Zakelijke gegevens
Titel: Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Auteur: Dimitri Verhulst (http://www.uitgeverijcontact.nl/a-11-dimitri_verhulst.html)
Jaar van uitgave: 2008
Uitgeverij: Atlas Contact

Pessimisten opgelet. Ben jij ook met complete tegenzin op de aarde geworpen, als slachtoffer verstrikt geraakt in de nietigheid van het bestaan en slik je een minimum van tien ton anti-depressiva per dag om vervolgens voor het slapengaan ook nog een fles whiskey achterover te gorgelen? Zeg je nooit: `vroeger was alles beter`, want nee, vroeger wás niet alles beter, vroeger was net zo beestachtig, ontzaglijk, weerzinwekkend. Het was niks, het is niks, het wordt niks. Pas je in dit plaatje? Dan ga ik je heel blij maken – voor zover je emoties vreugde toelaten – met dit literaire werkje van Dimitri Verhulst, 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol.' Let the fun begin.

Ik zou toch haast beweren dat ik al veel deprimerende boeken heb gelezen (Pauls Ontwaken – anyone?), maar dit boek slaat alles. In 200 bladzijdes weet Verhulst de gehele geschiedenis van de mens te verpulveren tot een nietszeggende leegte. Mensen worden neergezet als domme onderkruipsels die alleen eten, oorlog voeren en zichzelf voortplanten. Alle dingen die de mensheid ooit heeft bereikt, alle prestaties waar we toch wel trots op mogen zijn; ze worden vermalen door de giftige pen van Verhulst totdat er slechts een zielig hoopje as van over is. De geschiedenis wordt strak chronologisch weergegeven: van de mammoet tot de Jodenvervolging, van de oerknal tot de atoombom-knal, maar dan wél met veel scherp cynisme, pessimisme en literair opsmuk. Prettig is anders.

Verschillende aspecten uit deze kritische essay waren niet meteen duidelijk voor mij. Ten eerste was het ten allen tijden moeilijk te bepalen waar je precies in het verhaal zat. Nou ben ik niet onwetend als het aankomt op geschiedenis, toch betrapte ik mezelf erop dat ik soms een paar goede eeuwen op het verhaal vooruitliep. Bij een boek met een miljoen jaar vertelde tijd en slechts 184 bladzijdes verteltijd is dat natuurlijk niet zo gek, toch kon het soms verwarrend zijn. Het gebrek aan data zette zich voort in het gebrek aan namen. Nergens in het boek stond een naam; zodoende gekwalificeerd voor `onduidelijk aspect twee`. Als lezer neem je maar aan dat de ''t' waar het hele boek omdraait de hele mensheid moet bevatten. Details krijg je echter nooit. Ook onduidelijk was het feit dat het boek stopt in 1945. Waarom niet de gehele geschiedenis vertellen? Het voelde vooral heel laf van Verhulst: de hele mensheid uitbranden en dan stoppen bij onze generatie. Na al dat geratel over oerknallen, oermannen en oerlelijke duiven die we dodo's besloten te noemen, wilde ik ook wel wat horen over de samenleving van nu!
Het meest onduidelijk bleef het vertelperspectief. Want wie vertelde nou eigenlijk het hele verhaal? De meest voorkomende vertelperspectieven zijn:
  1. Auctoriaal perspectief (de verteller is alwetend en speelt geen rol in het verhaal)
  2. Ik-perspectief (vanuit de ik-vorm)
  3. Personaal perspectief (vanuit de hij/zij-vorm)
  4. Afwisselend perspectief (verschillende vertellers)
Waarom het vertelperspectief zo moeilijk was vast te stellen?
 
'Vrijheid, jawel, om met een hele hoop gezinnen tezamen in hetzelfde krot te wonen en in dezelfde emmer te pissen, in straatjes waar de beenhouwer zijn gekeelde beesten liggen leeg te gutsen in de goot, en waar de snottebelen van de kleinsten hele wijken onder de griep steken (..). Is ´t ziek en moet ´t naar het hospitaal, dan mag ´t van geluk spreken samen met een melaatse op een kamer te worden gelegd. Want ´t kan ook met een melaatse in hetzelfde béd worden gelegd' (blz.139)
 
In het bovenstaande fragment is te zien dat het bijna onmogelijk is om erachter te komen wie nou precies het verhaal verteld. Is het God, is het Verhulst? We komen helemaal niks te weten over de verteller en daardoor is ook het vertelperspectief moeilijk te begrenzen. Volgens docent Kees van der Pol heeft het boek nog de meeste kenmerken van een auctoriaal perspectief: `De auctoriale verteller beschrijft tenslotte de mens in al zijn -vooral negatieve- competities´. Ik besloot meer op te zoeken over deze auctoriale verteller om zodoende te kunnen concluderen of van der Pol gelijkt had of niet. Ik vond al snel dat de auctoriale verteller als het ware ´boven´ het verhaal staat . Dat betekent dat hij alles weet van het verhaal en neerziet op alles wat gebeurt. Deze vorm van verteller kent het verhaal en weet alles over de personages en hun gedachten. Het staat er, dus het is waar. Vooral deze insteek past heel erg bij 'Godverdomse dagen' dat bijna op een betweterig manier wordt geschreven. Ook staat de verteller in 'Godverdomse dagen' duidelijk boven de mensheid en kijkt met kritische blik neer op alle onnozelheid die gebeurd op aarde. De conclusie: 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol' is inderdaad geschreven vanuit een auctoriaal perspectief.

Ik heb niet genoten van 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol.' Ben ik te optimistisch, te goedgelovig of te fantasievol? Ben ik simpelweg overtuigd van de menselijke goedheid of – misschien nog wel meer- blind voor de menselijke ellendigheid? In ieder geval heb ik het hele boek uitgelezen, een prestatie op zich.

Prettig was anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten